De traditionele open constructie
De open constructie is het rieten dak zoals het al eeuwen gemaakt wordt.
Het riet wordt op rietlatten gebonden.
Er moet vanwege de techniek van het binden altijd een spouw bestaan tussen het riet en de onderconstructie.
Het rietpakket doet hier in de praktijk niet mee als isolerend pakket.
Om aan de bepaling van de RC-waarde uit het Bouwbesluit (art. 71) te kunnen voldoen moet bij nieuwbouw een dergelijke constructie altijd onder het rietpakket een isolatielaag bezitten.
In de praktijk wordt het rieten dak boven een isolatiepaneel aangebracht.
Dit geldt niet bij vervanging van een bestaand rieten dak (dan is men niet gebonden aan de eis van een Rc=2,5).
Dit type dak is moeilijk tochtdicht te krijgen wanneer niet op een isolatiepaneel wordt gewerkt.
Er is geen ‘harde’ scheiding tussen binnen en buiten.
Bij brand in het rietpakket zal het vuur zich in enkele minuten door het riet pakket heen eten (omdat er lucht, en dus zuurstof, door het riet aangezogen kan worden uit de ruimte eronder).
Dit vuur is door de brandweer zeer moeilijk te blussen.
Duidelijk zijn hier de gordingen, rietlatten, de sprei- en rietlaag te zien.
Het ‘open’ karakter van het rietendak is ook van de binnenkant goed waar te nemen.
Omdat de traditionele open constructie relatief brandgevaarlijk is, minder comfort (tocht) en stof met zich mee brengt gaat de voorkeur van rietdekkers en opdrachtgevers in toenemende mate uit naar het aanbrengen van een gesloten constructie (het schroefdak).
Indien een hogere isolatiewaarde verlangd wordt kan het traditionele dak voorzien worden van aanvullende isolatie in de vorm van een onderliggend sandwich-paneel met verhoogde tengel of er kan naderhand van binnenuit worden geïsoleerd.
Indien van binnen uit wordt geïsoleerd moet er altijd een tochtdichte dampremmende laag aan de binnenzijde worden aangebracht omdat anders grote gevaren bestaan voor inwendige condensatie en daardoor het vergaan van het rietpakket bespoedigd wordt.